Een recent onderzoek van Motivaction in opdracht van Natuur & Milieu (http://bit.ly/1g1WaRo) levert nieuwe inzichten over hoe Nederlanders tegen zonnepanelen aankijken.

Verkoopbaarheid woning
Een derde van de Nederlanders is bereid meer te betalen voor een huis met zonnepanelen. Bovendien vindt 44 procent een huis met zonnepanelen aantrekkelijker om te kopen dan zonder zonnepanelen.
Of zoals Olof van der Gaag van Natuur & Milieu het zegt: ‘Als je overweegt om zonnepanelen te nemen, hoef je je dus niet te laten weerhouden door eventuele verhuisplannen. Je profiteert direct én hebt meer kans om je huis snel te verkopen.’

Waardestijging woning
Bovendien is 46 procent van mening dat een huis met zonnepanelen in waarde stijgt. 30 procent van hen verwacht zelfs dat zonnepanelen voor een waardestijging van tenminste 5000 euro zorgt.

Goede investering
Als je dan bedenkt dat zonnepanelen, zonder subsidie, zich in ca. 10 jaar laten terugverdienen, en je er 3x maal meer rendement op kan maken dan wanneer je je geld vast zet op de bank, dan is de keuze snel gemaakt.

Sinds eind september kunnen eigenaren van zonnepanelen (ook niet-ondernemers) de BTW over de aanschaf van zonnepanelen terugvragen.

Daarvoor dienen ze zgn. BTW-ondernemerschap aan te vragen, waarna de BTW over de aanschaf kan worden teruggevraagd.

Eigenaren van zonnepanelen hebben in Nederland de mogelijkheid om btw-ondernemerschap aan te vragen en de btw over de aanschafprijs terug te vragen van de belastingdienst.
Dit is het gevolg van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Enkele maanden was onduidelijk of hier door het ministerie van Financiën ook in Nederland uitvoering aan zou moeten worden gegeven. Staatssecretaris Weekers heeft nu verklaard dat deze mogelijkheid voor toekomstige eigenaren van zonnepanelen (nieuwe aankopen) open staat.

Mits de af te dragen btw niet boven de 1345 euro per jaar uitkomt hoeft er niet te worden betaald. De btw die wordt betaald over de aanschaf van zonnepanelen kan juist wel worden afgedragen. Dit betekent de facto een korting van 21 procent op zonnepanelen.

In de discussie tussen zogenaamde Chinese dump-zonnepanelen en panelen afkomstig uit West-Europa spelen behoorlijk wat misvattingen.

Is de kwaliteit van Chinese panelen minder? In halfjaarlijkse tests van het leidinggevende vaktijdschrift Photon scoren een aantal grote Chinese producenten,  zoals Yingli en Trina Solar al geruime tijd, zeer goed. In diverse gevallen beter dan Westerse panelen.
Dat is ook niet zo vreemd, aangezien de celtechnologie en geautomatiseerde productiemethoden (inclusief verpakking), identiek zijn aan die van fabrieken in West-Europa en de VS. De prijsverschillen komen dan ook niet voort uit laagwaardiger materialen of een mindere manier van produceren, maar uit schaalgrootte-voordelen (grote fabrieken) én de overcapaciteit.

Bieden ze dan minder garantie? Nee.
Omdat het product geautomatiseerd met Westerse technologie geproduceerd wordt, bieden ze ook dezelfde garanties op de panelen.
Momenteel is dat 10 productgarantie (op mankementen, storingen, beschadigingen) en 25 jaar garantie op het productievermogen (de zgn. vermogensgarantie).

Een bedrijf als Vang de Zon werkt met panelen die een A-status hebben en zeer goed scoren in de halfjaarlijkse tests.
Voor toepassing in de agrarische sector (veehouderij) kijken we ook specifiek naar beoordeling op ammoniak-bestendigheid. Panelen van Yingli en Trina Solar voldoen daar onvoorwaardelijk aan.

Vandaag maakte staatssecretaris Weekers (Financiën) bekend dat hij van plan is de beoogde bijtelling van 7% voor elektrische auto’s per 1 januari 2014  te verlagen naar 4%.
Daarmee komt er een onderscheid tussen volledig elektrische auto’s en de hybrides, waarvoor de bijtelling op 7% gehandhaafd blijft.

Dat is een goed signaal voor de verkoop van elektrische auto’s. Het aantal elektrische auto’s zal dit jaar verdubbelen ten opzichte van vorig jaar. Tegelijkertijd breidt de infrastructuur met (snel-)laadpalen zich uit, zowel door initiatieven van Gemeenten als bedrijven. Uiteraard is dat een belangrijke voorwaarde voor het doorbreken van de elektrische auto.

Juist in de afgelopen weken werd duidelijk dat autofabrikanten fors investeren in het uitbrengen van nieuwe elektrische en hybride auto’s. Zo beoogt Volkswagen op korte termijn 14 elektrische auto’s in alle voertuigklassen toevoegen. Tot 2018 wil men niet minder dan 40 nieuwe elektrische en hybride auto’s aan de portefeuille toevoegen.

Een combinatie van een groter aanbod aan interessante auto’s met een hogere actieradius, een goede infrastructuur met laadpalen en een gunstig fiscaal klimaat, kunnen het elektrisch rijden de push geven die nodig is.

Het zingt rond in de markt: het landelijke subsidiepotje (€ 650,- voor private huishoudens) is leeg en het is ook duidelijk dat er geen nieuwe landelijke subsidiepot komt.

Maar wat betekent dat voor huiseigenaren? Is de aanschaf niet langer interessant?

Even een klein rekensommetje.
Iemand wil een gemiddelde huisinstallatie van 3500 Wattpiek.
Bij een prijs van € 2,00 per Wattpiek kost dat (inclusief installatie) € 7000,- (incl. BTW). Ja, er is nog wel een lage BTW op installatie van kracht.
We gaan uit van een goede productie (95%) die het geïnstalleerd vermogen benadert (geen toplocatie, maar wel een goede installatie). De terugverdientijd van deze installatie zit op 12 jaar.
Het rendement over de gehele levensduur van 25 jaar is 111% overwaarde op de oorspronkelijke investering. De zgn. return on investment (zeg maar het gemiddelde jaarlijkse rendement) is 8,5%. Om dat te evenaren moet je momenteel wel heel goed kunnen beleggen.
De besparing op de elektriciteitskostenrekening is bijna € 8000,- en daar is de vervanging van de omvormer dan al in meegenomen. We hebben ons daarbij niet rijk gerekend: de elektriciteitsprijs stijgt niet, maar blijft gelijk. Nu zweeft die bij de meeste leveranciers rond 22 à 23 Eurocent.

Conclusie: weliswaar geen subsidie, maar hoe interessant wil je het hebben?